Hanneke Gunsing, chef bordjes, indexeerder en schrijver.
‘Een schrijfopdracht, vast iets voor jou’. Nu, als schrijver met een voorkeur voor systematisch werken, een kolfje naar mijn hand. In de kas staan een krat en wat potten vol met groene plantennamenbordjes in onbruik. Met liefde zijn de Latijnse namen met vaste hand erop geverfd, calligrafisch rechtop en duidelijk. Oud handwerk en botanisch erfgoed. Die moesten geïnventariseerd.
Twaalf A4’s schreef ik vol met een taal die ik niet onder de knie heb. Die namen zagen er muzikaal uit, dat wel, en mijn fantasie werd flink aangewakkerd. Soms stond er een Nederlandse naam achter en vooral heel vaak Linn. ‘Die man, die de planten komt benoemen’, Linnaeus. Bij de toevoegingen ‘japonica, mexicana, canadensis, germanica, europaea, occidentalis’ dacht ik er het mijne van. Eitje!
De rest verzin ik wel:
Anthemis nobilis=nobele musketier (Artemis).
Helleboris niger zal zwarte helleboris zijn.
Linnaeus vond nogal wat planten vulgaris=vulgair. Nu dat vind ik niet hoor, elke plant mag er gewoon zijn, toch?
De rosa centifolia heeft vast veel blad en de staphylea pinnata een pinnig type.
Groeit de ilex verticallata recht omhoog?
En lijkt de liquidambar styraciflua een vochtig café met stierenhoofdpijn na afloop?
De cornus controversa is van de Tegenpartij en is de reuzencornoelje staat erachter.
Een herniaria is vast pijnlijk en bij de oraalstruik onthoud ik mij van commentaar.
Alles staat nu op alfabet en zit in een map. Ik kreeg een compliment over mijn handschrift (hoorden al die leraren dat nog maar eens!) en mocht mijn blauwe vingers even laten rusten.
Wie schrijft, die blijft! Voor groene vingers ben ik nog in training.