Toen de tuinbaas zei ‘Kijk er zijn goudhaantjes’, spoedden wij ons naar buiten.
Maar ze waren al gevlogen, dat heb je zo met vogels. Die komen en gaan vrijwillig in ‘De Oude Dame’. Behalve die merel dan die het in een beestachtig gevecht op leven en dood verloor van de kat de in de kas was binnengeslopen. De jonge aanplant omvergerend, de merel in een hoek gedreven: ‘Moord in de kas’, Agatha Christie, deel 36. Die buurkatten komen ongewenst over de muren en raken soms gevangen. Dan belt de buurman de tuinbaas en zegt ‘Zit Joop bij jullie in de kas, ik hoor ‘m miauwen!?’ Echt gebeurd.
Hoeveel dieren zijn er eigenlijk in onze tuin, vroeg ik mij en de tuinbaas af. Hij dacht wel 100 soorten, maar had geen tijd ze allemaal op te noemen. Tjonge. Wormen heb ik zelf wel gezien, heel veel slakken, donderkopjes in de vijver, goudvissen bij de victoria amazonica, spinnen, lastige luizen, mieren met een hele plak miereneitjes in de kas (naar buiten begeleid). Een mooi gekleurd kikkertje, een padje. Volop tuinslangen, ook.
Maar… zelfs bij hondenweer geen hond. Want die mogen niet. En ja, zeg dat maar eens vriendelijk, doch nadrukkelijk tegen een kat. Nee, kattigheid helpt ook niet. En soms lopen er vreemde vogels rond. Dat kunnen bezoekers zijn, vrijwilligers of perzoneel. Die zijn zeer welkom, want dat zijn dier-baren van de Oude Dame. (Toch nog eens vragen naar egel, ratten, muizen….?).
Hanneke GunsingÂ
Chef bordjes, wateraar, insectenvermijder, luizenhekelaar.