Een deel van de collectie van het Universiteitsmuseum bestaat uit menselijke en dierlijke preparaten. De herkomst van de menselijke preparaten is de studie geneeskunde. De oudste dierlijke preparaten komen ook uit de geneeskundige hoek. Maar al vroeg in de negentiende eeuw waren er preparateurs die voor diergeneeskunde preparaten maakten en kort daarna voor de collectie zoölogie. Uiteindelijk kwam bijna al het zoölogische materiaal bijeen in de collectie van het Zoölogisch Museum.
Zoölogie in de collectie van de universiteit
is een discipline in biologie die dieren bestudeert. Zoölogen concentreerden zich op de mens als onderdeel van het dierenrijk. Zij bestudeerden in deze negentiende eeuw onder meer de verwantschap tussen mens en dier. Dit was ook de eeuw waarin Darwin zijn evolutietheorie in 1859 publiceerde. Een voorbeeld van dergelijk onderzoek in Utrecht is dat van Ambrosius Hubrecht. Hij wilde aan de hand van zijn vergelijkende embryologische onderzoeken deze verwantschap en de evolutie van de mens bestuderen.